Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

woordjes les 5

nog meer woordjes!

AB
ergo (bijw.)dus
amittereverliezen
periculumgevaar
duotwee
biberedrinken
iacent(zij) liggen
audit(hij/zij) hoort
vult(hij/zij) wil
fratres (nom/acc mv)broers
venit(hij/zij) komt
tum (bijw.)dan, toen
enimimmers, want
vester, vestra, vestrum(van) jullie
invenit(hij/zij) vindt
tempus (nom/acc onz.)tijd
portat(hij/zij) draagt
vivuntzij leven
cognoscereleren kennen, vernemen
dicit(hij/zij) zegt
tristis, tristedroevig, bedroefd
fortis, fortedapper
crudelis, crudelewreed
incolumis, incolumeongedeerd
salutant(zij) begroeten
eiusvan hem/haar/het
consiliumplan, besluit
faciunt(zij) doen, maken
gaudent(zij) zijn blij
capiunt(zij) pakken
circa (+ acc)rondom, om...heen
altus, alta, altumhoog
habitarewonen
voluntzij willen
omnis, omne1. geheel 2. ieder, elk,
omnes (nom/acc mv)allen
amicusvriend
terret(hij/zij) maakt bang
itazo
essezijn
nondumnog niet
super (+ acc)boven(op), over
siczo
incipiunt(zij) beginnen
nomen (nom/acc onz)naam
ubi1. waar? 2. waar
immortalis, immortaleonsterfelijk
locusplaats
uxor, uxoremvrouw
quoqueook
sedmaar
soror, sororemzus
reginakoningin
servat(hij/zij) beschermt, bewaart, behoudt
mittit(hij/zij) zendt, stuurt
regnat(hij/zij) heerst, regeert
saepevaak, dikwijls
relinquit(hij/zij) verlaat, laat achter
ignis, ignemvuur
pervenit(hij/zij) komt aan, bereikt


St. Ignatiusgymnasium
AMSTERDAM

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities