Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

woordjes les 16

AB
ille, illa, illud1. die/dat, deze, dit 2. hij, zij, het
autof
hic, haec, hocdeze/dit
conspectus(aan)blik, (uit)zicht
curiasenaatsgebouw
supersum, superfui (superesse)over zijn, overblijven
pauci (mv)weinige(n), enkele(n)
interrogo, (interrogare)ondervragen
haud(helemaal) niet
vinco, vici (vincere)overwinnen, overtreffen
copiavoorraad, overvloed
gaudeo (gaudere)1. blij zijn 2. (+abl.) zich verheugen over
rumor, rumoris (mnl.)gerucht, gepraat
quisqueieder
captivus1. (zelfst. nw.) krijgsgevangene 2. (bijv. nw.) gevangen
copiae (mv)legermacht
gaudiumvreugde
ipse, ipsa, ipsum1.zelf 2. juist, precies
et…et...en…en..., zowel…als...
iste, ista, istuddie/dat
doleo, dolui (dolére)pijn/verdriet hebben, treuren (om)
tumultusrumoer, oproer
occasio, occasionis (vrl.)gelegenheid
turbo (turbare)in verwarring brengen, verwarren
opus, operis (onz.)werk
accido, accidi (accidere)gebeuren
scribo, scripsi (scribere)schrijven
intentus, intenta, intentum(in)gespannen, in gespannen verwachting, oplettend
doctus, docta, doctumgeleerd
studium1. ijver 2. studie
bona, bonorum (onz. mv)goederen, bezittingen
factum 1.feit 2. daad1.feit 2. daad
parco, peperci (parcere) + dat.sparen
quaero, quaesivi (quaerere) + ab/ex + abl.vragen aan
victoriaoverwinning
libero (liberare) ab + abl.bevrijden van
septemzeven
interficio, interfeci (interficere)doden
legatus1. gezant 2. onderbevelhebber
impedio (impedire)verhinderen
plurimi (mv.)de meeste(n), zeer vele(n)
ne + conj.1. (op)dat niet, om niet te, om te voorkomen dat 2. dat, om te (na werkwoorden van vrezen en verhinderen)
impero (imperare) + dat.bevelen
circum (soms + acc.)rondom
sibi (dat.)aan hem/haar/hen (dat. van se)
undiquevan alle kanten
ius, iuris (onz.)recht
aedificiumgebouw
exitus1. uitgang 2. afloop, einde
curazorg
quoniamaangezien, omdat


St. Ignatiusgymnasium
AMSTERDAM

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities