Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

repetenda 51

AB
do (dare-dedi-datum)geven
dono (donare)schenken
donumgeschenk
capio (cap_ere-cepi-captum)nemen, grijpen
deprehendo (deperehend_ere-deprehendi-deprehensum)grijpen,betrappen
sumo (sum_ere-sumpsi-sumptum)nemen
consumo (consum_ere-consumpsi-consumptum)verbruiken, besteden
sumptus, -us muitgave, kosten
largior (largiri-largitus sum)schenken, rijkelijk geven
largusvrijgevig
affero (offerre-obtuli-oblatum)aanbieden
praebeo (praebe_re-praebui,praebitum)verschaffen
me praebeoik betoon mij, ik gedraag me
praesto (praestare-praestiti)1) verrichten 2) betonen 3 ) waarborgen
beneficiumweldaad
praemiumbeloning, voordeel
rapio (rap_ere-rapui-raptum)roven
eripio (erip_ere-eripui-ereptum)ontrukken
rapinaroof
privo (privare)beroven
tollo (toll_ere-sustuli-sublatum)1) opheffen 2) aanheffen 3) wegnemen
removeo (remove_re-removi-remotum)verwijderen
restituo (restitu_ere-restitui-restitutum)1) herstellen 2) teruggeven
adimo (adim_ere-ademi,ademptum)van iemand (dat.) afpakken
affero (afferre-attuli-allatum)1) aandragen 2) berichten
aufero (auferre-abstuli-ablatum)wegnemen, roven
augeo (auge_re-auxi-auctum)vermeerderen, vergroten
minuo (minu_ere-minui,minutum)verminderen


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities