Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

repetenda 10

AB
inter + acc.tussen, te midden van
intersum (interesse-interfui)er tussen zijn, bijwonen
intereo (interire-interii-interitum)te gronde gaan, verdwijnen
praeter + acc.1) voorbij, langs 2) behalve
praetereo (praeterire-praeterii-praeteritum)voorbij gaan, overslaan
circa + acc.1) om...heen, rondom 2) ongeveer
circum + acc.om..heen, (rond)om
circumdo (circumdare-circumdedi-circumdatum)omgeven
secundum + acc.1) langs 2) vlak achter, meteen na 3) overeenkomstig
prae + abl.voor, in vergelijking met, wegens
praesum (preaesse-praefui) + dat.aan het hoofd staan, leiden
praemitto (praemitt_ere-praemisi-praemissum)vooruitzenden
pro + abl.voor, in verhouding tot
proced0 (porced_ere-processi-processum)voortgaan, vordereren
re(d)-terug
remitto (remitt_ere-remisi-remissum)terugsturen
redeo (redire-redii-reditum)teruggaan
reditus, -us mterugkeer
ob + acc.naar...toe, wegens
obeo (obire-obii-obitum)tegemoet gaan, bezoeken
obviamtegemoet
per + acc.door, over
pereo (perire-perii-peritum)ten onder gaan, verdwijnen
pervenio (pervenire-perveni-perventum)bereiken


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities