Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

repetenda 13

AB
quando ?wannneer?
primovoor de eerste keer, in het begin
deinde/deinvervolgens, verder
tumtoen, dan, vervolgens
deniquetenslotte
postremotenslotte
demumpas, (uit)eindelijk
tandemeindelijk
primumvoor de eerste keer, ten eerste
iterumvoor de tweede keer, weer
denuoopnieuw, weer
rursusweer
adhuctot nu toe, nog
non iamniet meer, niet langer
intereaondertussen
interimondertussen
serolaat, te laat
diu ( comp. diutius; superl. diutissimus)lang(e tijd)
brevi ( tempore)binnenkort


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities