Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

basiswoorden 1

AB
ὁ ἀγγελοςbode, boodschapper
ἀγεvooruit!
ἀγριοςwild, woest
ἀγωleiden, voeren, brengen
ὁ ἀγων, ἀγωνοςgevecht, strijd
ὁ ἀδελφοςbroer
ἀδικεωonrechtvaardig behandelen
ἀδικοςonrechtvaardig
ἀειaltijd, steeds
ἀθλιοςongelukkig
ἉιδηςHades
αἰειaltijd, steeds
αἱρεομαι, aor. εἱλομηνkiezen
αἰσθανεομαι + ptc., aor. ᾐσθομηνwaarnemen dat, bemerken dat
αἱρεω, aor. εἱλονnemen, doden
αἰσχροςschandelijk, lelijk
αἰτεομαιvragen
αἰτιαομαιbeschuldigen, aanklagen
αἰτιος + genschuldig aan
ἀκουω + genluisteren, horen
ἀλλαmaar, vooruit!
ἀλλοςander
ἁμα bijw.tegelijkertijd
ἁμαρτανω + gen, aor. ἡμαρτονeen fout maken, zich vergissen
ἀμεινωνbeter
ἀμηχανοςhopeloos, onmogelijk
ἀμφι + acc.(rond)om, bij
ἀμφιτιθημι + datleggen om
ἀν+ coni/opt
ἀναγκαζωnoodzaken, dwingen
ἀναγκη (ἐστιν)het is nodig
ὁ ἀνηρ, ἀνδροςman
ὁ, ἡ ἀνθρωποςmens, man, vrouw


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities