Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

basiswoorden 2

AB
ἀνοσιοςgoddeloos, misdadig
ἀντι + genin ruil voor, in plaats van
ἀντιλεγω, fut. ἀντερωtegenspreken
ἀξιος + genwaard, waardig
ἀξιοωwaard achten, willen, wensen
ἀπαγορευωverbieden te, weigeren te
ἀπιστεω + datongehoorzaam zijn aan
ἀπο + genvan(af), van...weg
ἀποθνῃσκω, aor. ἀπεθανονsterven
ἀποκτεινωdoden
ἀπολλυμαι, aor. ἀπωλομηνomkomen, te gronde gaan
ἀπολλυμιte gronde richten
ἀποστελλω ( + gen)wegzenden uit
ἁπτομαι , aor. ἡψαμηνaanraken, vastpakken
ἀραdus, dan, immers, blijkbaar
...ἀρα;leidt een neutrale vraag in
ἀριστοςbest, zeer goed
ἡ ἀρχηbegin
ἀρχομαι ( + gen/ ἐκ + gen)beginnen met
ἀσμενοςblij, tot (mijn) vreugde
ἀσπαζομαι(be)groeten, gedag zeggen
ἡ ἀσπις, ιδοςschild
ὁ ἀστοςburger
το ἀστυstad
ἀσφαληςveilig
ἀταρmaar
ἀτιμαζωverachten, onteren
αὐξανομαιgroeien, groter worden
αὐξωdoen groeien, vermeerderen, versterken
αὐτοςzelf
ἀφαιρεωafnemen, wegnemen
ἀφικνεομαι, aor. ἀφικομηνaankomen, bereiken
ἀφισταμαι, aor. ἀπεστηνweggaan
ἀφρωνonverstandig, dom
βαινωgaan, komen, lopen
βαρβαροςniet-Grieks, vreemd, barbaars
βαρυς, βαρεια, βαρυzwaar, lastig, moeilijk
βασιλειοςkoninklijk


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities