Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

Basiswoorden 6

AB
ἐξευρισκω, pass. aor. ἐξηυρεθηνuitvinden, ontdekken
ἐξω bijw.buiten, naar buiten
ἐοικα perf.(ge)lijken, schijnen
ἐπαινεωprijzen
ἐπειtoen, nadat, omdat, wanneer
ἐπειδηnadat, omdat, want
ἐπειτα bijw.vervolgens, daarna, dan
ἐπι + genop, bij
ἐπι + datop
ἐπισταμαιweten, kennen, in staat zijn
το ἐποςwoord, vers(regel)
ἐραω + gen, aor. ἠρασθηνverliefd zijn op, verlangen naar
ἐραω + inf.verlangen te
ἐργαζομαι, aor. εἰργασαμηνwerken, dooen, maken
το ἐργονwerk, daad
ἐρημος mnl. en vrl.eenzaam, verlaten
ἐρχομαι, aor. ἠλθονgaan, komen
ὁ ἘρωςEros, liefde, begeerte
ἐρωταω(onder)vragen
ἐς + accnaar, tot etc.
ἐσω + gennaar binnen, binnen
ἑτεροςde een, de ander ( van twee)
ἐτι bijw.nog, later
εὐ bijw.goed
εὐδαιμωνgelukkig, welvarend
εὐθυς bijw.rechtstreeks, direct, onmiddellijk
εὐμενηςwelwillend, vriendelijk
ἡ εὐνη(huwelijks)bed
εὑρισκω, aor. ηὑρονvinden
εὐτυχεωgelukkig zijn, succes hebben
ἐφιημι, aor. ἐφηκαtoestaan, toelaten
ἐχθιστος, superl. van ἐχθροςvijandigst, meest gehaat
ἡ ἐχθραvijandschap, haat
ὁ ἐχθροςvijand
ἐχθροςvijandig, gehaat
ἐχω, fut. ἐξω, aor. ἐσχονhebben, houden, krijgen (aor.)
ἐχω + inf.kunnen
ἐχω + bijw.zijn


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities