Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

Basiswoorden 12

AB
οὐνdus, dan, nu
gen. + οὑνεκαvanwege, om
ὁ οὐρανοςhemel
οὐτε..οὐτεnoch..noch, niet...en ook niet
οὐτοι bijw.zeker niet, helemaal niet
οὑτος, αὑτη, τουτοdie, dat; hij, zij, het
οὑτω(ς)zo
οὐχniet
ἡ ὀψιςaanblik, gezicht
ὁ παις, παιδοςkind, jongen, slaaf
παλαιοςoud
ΠαλλαςPallas Athene
πανταχῃ bijw.overal, in elk opzicht
παντως bijw.geheel en al, volkomen, volstrekt
παρα + genvan de kant van, vanaf, van
παρα + datbij
παρα + accbij
παρειμι + dataanwezig zijn bij, helpen
παρεχωverschaffen, ter beschikking stellen
παριημιtoelaten, toestaan
παρισταμαι + dat , perf. παρεστηκαgaan staan bij
πας, παντοςieder, elk, geheel, alle
πασχω aor. ἐπαθον perf. πεπονθαmeemaken, ondervinden, lijden, te verduren hebben
ὁ πατηρ, πατροςvader
ἡ πατριςvaderland
πατρῳοςvan de vader
παυομαι + gen /+ ptc.ophouden met, stoppen met
παυω + acc + geneen einde maken aan, iets laten ophouden met iets
πειθω aor. ἐπεισαovertuigen, overhalen
ΠελιαςPelias, koning van Iolkos
πεμπωzenden, sturen
ὁ πεπλοςpeplos, vrouwengewaad
περι + gen(rond)om, over, aangaande
περισσοςbovenmatig, overbodig
πικροςscherp, onaangenaam, hard
πλειστοςmeest


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities