Java Games: Flashcards, matching, concentration, and word search.

bijsmaakjes van de persoonsvorm

In het Grieks kun je met de coniunctivus en optativus en het woordje ἀν aangeven wat de houding van de spreker is ten aanzien van de handeling die in de persoonsvorm staat. In deze drill kun je die bijsmaken oefenen.

AB
indicativusde spreker stelt dat de handeling een feit is
indicativus + ἀνde spreker denkt dat de handeling niet waar is
coniunctivusde spreker spoort aan tot het (niet) doen van deze handeling
coniunctivus + ἀνde spreker geeft aan dat de handeling zal gebeuren; de spreker geft aan dat de handeling algemeen is of vaker gebeurt.
optativusde spreker geeft aan dat hij wenst dat dit gebeurt
optativus + ἀνde spreker geeft aan dat hij het mogelijk of waarschijnlijk acht dat dit gebeurt.
Hij lacht.indicativus
Als hij lachte, zou hij vriendelijker overkomen.indicativus + ἀν
Ik vind het nodig dat hij lacht.coniunctivus
Ik wil niet dat hij lacht.coniunctivus
Ik hoop maar dat hij lacht.optativus
Hij zou wel eens kunnen lachen.optativus + ἀν
Hij gaat straks vast lachen.coniunctivus + ἀν
Telkens wanneer hij lacht, word ik vrolijk.coniunctivus + ἀν
coniunctivusin een vraag: de spreker spreekt zijn twijfel uit.
Moet ik lachen?coniunctivus


Het Rhedens
Rozendaal (Gld)

This activity was created by a Quia Web subscriber.
Learn more about Quia
Create your own activities